De brandverzekering

Meer dan 90% van de Belgen heeft een brandverzekering, ook al is dit niet bij wet verplicht. Banken verplichten je eigenlijk altijd een brandverzekering te onderschrijven alvorens ze je een hypothecaire lening toestaan en ook verhuurders eisen dat huurders een (bijkomende) brandverzekering aflsuiten. De reden is natuurlijk niet ver te zoeken... mocht er zich schade voordoen dan blijft hun risico beperkt.

De bank heeft trouwens ten alle tijde het recht om een kopie van de polis op te vragen. Zo kan ze de controle behouden over het feit dat haar waarborg verzekerd blijft.

Wat is gedekt door de brandverzekering?

Met een brandverzekering is je woning niet enkel beschermd tegen schade door brand. Je geniet een veel uitgebreidere bescherming. Veelal dekt een brandverzekering ook schade door explosie en implosie, bliksem, arbeidsconflicten en aanslagen, botsingen door een dier of eender welk transportmiddel, hagel, storm, sneeuw- of ijsdruk op daken en natuurrampen. De meeste verzekeringsmaatschappijen vergoeden ook de kosten zoals huisvestigings- of expertisekosten die verbonden zijn aan dit type van schadegevallen. Sommige brandverzekeringen dekken daarbovenop ook wereldwijd je huurdersaansprakelijkheid wanneer je een vakantieverblijf, feestzaal of studentenkot huurt.

Let op de algemene voorwaarden

Elke maatschappij heeft zijn eigen algemene voorwaarden en het is dan ook niet mogelijk om deze voorwaarden voor alle maatschappijen afzonderlijk toe te lichten. Wel kunnen we je meegeven dat er wezenlijke verschillen bestaan. Zo kan de ene verzekeringsmaatschappij spreken van stormschade bij rukwinden vanaf 80 km/u waar een andere maatschappij pas over stormschade spreekt bij windsnelheden vanaf 100 km/u.

Het is dus uiterst belangrijk om niet alleen de prijs en dekking te vergelijken maar ook de algemene voorwaarden!

De verzekerde waarde bepalen

Een van de belangrijkste zaken bij een brandverzekering is de waardebepaling van een verzekerd goed. Hiervoor zijn er tal van mogelijkheden:

  • In het oppervlaktestelsel wordt de verzekerde waarde bepaald door het aantal vierkante meters van bepaalde leefruimtes in het pand.
  • Wordt de waarde bepaald door het plaatsenstelsel dan gebruikt men het aantal en de aard van de ruimtes in het te verzekeren pand.
  • Gebruikt men een evaluatierooster dan wordt de verzekerde waarde bepaald aan de hand van een door de verzekeringsmaatschappij uitgebrachte vragenlijst die door de klant eerlijk wordt beantwoord.
  • Bij het systeem door expertise bepaalt een onafhankelijk expertise- of schattingskantoor de waarde. Deze expertise dient kosteloos te worden verricht.
  • Specifiek bij een aansprakelijkheidsverzekering voor een huurder kan men het systeem op basis van de jaarlijkse huurprijs gebruiken. Hierbij wordt de verzekerde waarde bepaald door 20 keer de jaarhuur te nemen en die (eventueel) te verhogen met de kosten.
  • Als laatste is er het systeem "in eerste risico" waarbij de verzekerde waarde bepaald wordt door de verzekeringsnemer zelf. Indien bij een schadegeval blijkt dat de schade hoger uitvalt dan wordt er maximaal de verzekerde waarde uitgekeerd. Bij een lager schadebedrag, beneden de verzekerde waarde, wordt het volledige schadebedrag minus het eigen risico uitgekeerd.

Belangrijk om weten is dat in bovenstaande gevallen de “evenredigheidsregel” niet van toepassing is als alles naar waarheid is opgegeven!

Op welke manier verzekeren

Bij het afsluiten van een brandverzekering is het naast de manier van waardebepaling ook belangrijk om even stil te staan op welke manier het pand verzekerd wordt:

  • Gaat men uit van de werkelijke waarde dan wil dit zeggen dat men de nieuwbouwwaarde neemt minus de slijtage aan het gebouw.
  • Wanneer men de heropbouwwaarde of nieuwwaarde gaat gebruiken dan gaat men effectief de waarde verzekeren die nodig is om het gebouw in nieuwe materialen op te trekken. Inclusief BTW, architect en andere lasten, en exclusief de waarde van de grond.
  • Als laatste is er het systeem "in eerste risico" waarbij de verzekerde waarde bepaald wordt door de verzekeringsnemer zelf. Blijkt dat bij een schadegeval de schade hoger uitvalt dan de verzekerde waarde dan wordt er maximaal de verzekerde waarde uitgekeerd. Is het schadegeval daarentegen lager dan de verzekerde waarde dan wordt het uit te keren bedrag vanzelfsprekend beperkt tot de werkelijke schade.

De inhoud van het gebouw is in principe altijd verzekerd in nieuwwaarde. Dit is de nieuwwaarde op de dag van het schadegeval minus slijtage. Men kan de inboedel echter ook anders verzekeren:

  • Voor bijvoorbeeld antieke meubelen of juwelen kan men opteren om de handelswaarde te gebruiken. Dit is de prijs die de verzekerde normaal op de dag van het schadegeval op de binnenlandse markt zou hebben gekregen.
  • Gaat men te werk op kostprijs dan neemt men de prijs die nodig is voor de wedersamenstelling op de dag van het schadegeval (bijvoorbeeld voor documenten, magneetbanden, ...).
  • Als laatste kan men ook de verkoopwaarde op de dag van het schadegeval gebruiken (bijvoorbeeld bij dieren en landbouwproducten)

De waarborg diefstal

Bij een aantal verzekeringsmaatschappijen zit er in de basisdekking ook een waarborg diefstal (en vandalisme) of kan deze optioneel toegevoegd worden. Let wel altijd goed op de vergoedingsgrenzen die van toepassing zijn! Zo kan dit voor een juweel bijvoorbeeld begrensd zijn tot 2500 euro... voorkom dus teleurstellingen en spreek dit zeker door met je makelaar.

Om een diefstalverzekering toe te kennen en dus het risico te beoordelen houdt de verzekeraar rekening met het voorwerp zelf (waarde + populariteit op de helersmarkt) en de omgeving (eigenaar + beveiliging). Verder zijn de bepalingen van het strafwetboek (SWB) inzake braak, inklimming, geweld, valse sleutels, doodslag of poging tot moordslag belangrijk om te weten wat er wordt bedoeld onder deze benamingen:

  • art. 484 SWB: BRAAK openbreken van een sluiting van iets wat niet kan meegenomen worden (gebouw, deur, slot kast, auto, etc.)
  • art. 485 SWB: BRAAK alsook een voorwerp meenemen om het elders open te breken
  • art. 486 SWB: INKLIMMING binnenkomen buiten de "normale" toegangswegen (enkel van buiten naar binnen). Voorbeeld van inklimming is een dief die langs een openstaand raam binnenkomt. Voorbeeld van niet-inklimming is een dief die over een muurtje springt en via een ongesloten deur binnenkomt.
  • art. 483 SWB: GEWELD fysiek contact en de bedreiging op een persoon, kennis, familie, voorwerp (huis, auto, etc.), etc.
  • art. 487 SWB: VALSE SLEUTELS haken, lopers, nagemaakte sleutels, maar ook verborgen, verloren, zoekgeraakte sleutel onder de mat, etc.
  • art. 393 SWB: DOODSLAG doden om te doden
  • art. 394 SWB: POGING TOT MOORDSLAG resultaat is mislukt buiten de wil van de dader.

Of een verzekeringsmaatschappij dekking geeft in alle gevallen die het strafwetboek opsomt, is afhankelijk van maatschappij tot maatschappij.